Auteur: Niels Witjes
Datum: 1 juli 2024
Deel artikel

De ervaring van een gespreksleider ‘Buiten je bubbel’

Toen ik een kleine drie jaar geleden begon aan de masteropleiding Toegepaste Filosofie aan de HTF, was ik al redelijk geschoold in gespreksvoering. Ik werkte jaren in het bankwezen en had daar gesprekken om te adviseren, te inventariseren, te waarschuwen, te de-escaleren en te verkopen. Later als leraar voerde ik ook aan de lopende band gesprekken, nu vooral om voortgang te bespreken en te motiveren. 

En toch had ik nog geen idee van het soort gesprekken waarmee ik aan de HTF kennis heb gemaakt. De genoemde gesprekken als bankman en leraar waren altijd instrumenteel: gericht op een doel dat al vaststond bij aanvang van het gesprek. De gereedschappen in mijn kist waren stuk voor stuk geschikt voor die doelen en werden strategisch ingezet om te bereiken wat ik (lees: de baas) wilde. Van de vaardigheden die ik als aspirant filosoof nodig bleek te hebben, bezat ik er nog maar weinig.

Zijwieltjes eraf
Het kostte me best wat tijd om los te laten wat me jarenlang was aangeleerd: dat niet ieder professioneel gesprek gericht is op een doel. Hoewel ik mijn verlangen om een gesprek een net eindpunt te geven nog niet altijd de baas ben, ben ik wel fundamenteel anders gaan kijken naar wat een gesprek tot een goed gesprek maakt. Voor mij zijn de mooiste gesprekken nu die gesprekken waarin een voorheen eenvoudig gegeven wordt gecompliceerd en deelnemers even hun eigen kijk op de zaken parkeren. Geen target gehaald, geen verkoop gedaan, de spijker niet verder het hout in geslagen, maar juist een beetje verder los gewiebeld.

Drie jaar les bij Jos Kessels betekent drie jaar oefenen, oefenen, oefenen. Huisgenoten, familieleden, leerlingen en collega’s moesten er al aan geloven. Steeds ging het ietsje beter en steeds kreeg ik beter door wat de grote waarde van het socratisch gesprek is. De ‘Buiten je bubbel’-avonden waren voor mij zowel afsluiting als begin. Ik mocht drie keer optreden als gespreksleider tijdens deze sessies. Het waren mijn eerste gesprekken met mensen die ik niet kende. Hier waren de zijwieltjes er helemaal af en maakte ik mijn eerste stappen ‘op de markt’ als toegepast filosoof.

Uiteindelijk wordt er met een nieuwe blik nog eens gekeken naar het thema van de dag: heeft het iets veranderd?

Hittepunt
Om te oefenen met de gespreksopzet kwamen we op zaterdagen voor de sessies bijeen. Hier voerden we de gesprekken eerst zelf en konden we ervaringen naderhand onderling uitwisselen. Dit gaf ons de kans om ons het gesprek eigen te maken, de vraag scherp te formuleren en hiermee het nodige vertrouwen op te doen. We hadden een uur de tijd om de stappen van deze korte socratische dialoog te doorlopen. Dat is bepaald niet lang. Eerst zoeken de deelnemers een concreet voorbeeld uit hun leven; hierna vragen de overige deelnemers de casusgever het hemd van het lijf. Uitsluitend vragen over de feitelijke omstandigheden en het gevoel erbij zijn toegestaan. Geen interpretaties, ik-boodschappen of goedbedoelde adviezen. Als de film compleet is, wordt er aan de casusgever gevraagd wat nou hét moment was waarop het echt schuurde. Het punt waarop de twijfel toesloeg, de boosheid opkwam of de pijn het scherpst werd gevoeld. Dit zogenaamde ‘hittepunt’ is het punt waarin de deelnemers zich vervolgens verplaatsen: het midden van de zandloper. Wat zou jij denken, voelen en doen als je op dat moment in de schoenen van de casusgever zou staan? Deze vragen, en de argumentatie die hoort bij het antwoord, breken het speelveld open. Ineens blijken er legio manieren te zijn om te kijken naar dezelfde situatie. Hier is ruimte voor het goede gesprek. Uiteindelijk wordt er met een nieuwe blik nog eens gekeken naar het thema van de dag: heeft het iets veranderd?


Wil om te delen
Tijdens de sessies zelf werkte vooral de overgang van lezing naar gesprek telkens uitstekend. Na een uurtje luisteren waren de deelnemers klaar om zelf in actie te komen. Eerst een drankje halen en dan op zoek naar de tafel met de juiste kleur. Wij gespreksleiders stonden klaar om onze, soms nietsvermoedende, gasten te ontvangen. Dit maakte de gesprekken op voorhand best spannend: deelnemers wisten niet altijd wat hen qua gesprek te wachten stond. Op de eerste avond kreeg ik drie deelnemers aan tafel waarvan er twee nooit van het socratisch gesprek hadden gehoord. Gelukkig was er een gedegen inleiding en een, ook voor de deelnemers, helder gestructureerde gespreksopzet, waardoor dit nooit belemmerend werkte. Vanuit de vooraf bedachte en geteste vraag gingen de deelnemers, na een kort voorstelrondje, op zoek naar een eigen ervaring.

Er komt van alles naar voren in zo’n ronde: van klein tot heel groot en van zakelijk tot zeer persoonlijk. Wij filosofen in spe zijn het inmiddels gewend, maar dat geldt niet voor deze deelnemers. Zij zitten met vreemden aan een tafel en krijgen binnen vijf minuten een vraag voor hun kiezen die door alle beleefdheden heen snijdt. Een vraag naar persoonlijke ervaringen en emoties. Toch gaf het merendeel van de deelnemers de anderen grif toegang tot die persoonlijke, en regelmatig ingrijpende, gebeurtenissen uit het eigen leven. Het gemak waarmee mensen zich openstellen verbaast me telkens weer. Als we in het dagelijks leven wellicht wat moeilijk tot goede gesprekken komen, lijkt dit zeker niet te wijten aan de wil om te delen.

In de strijd tegen onbegrip en polarisatie hebben we met de socratische gespreksmethode een krachtig wapen in handen.

Breder begrip
In het gesprek tijdens de tweede ‘Buiten je bubbel’-bijeenkomst vroegen wij de deelnemers naar een concreet moment in hun leven waarop ze het gevoel hadden gehad er niet bij te horen. In de voorafgaande lezing had Milio van de Kamp de toon gezet met een openhartig verhaal over zijn jeugd vol armoede en zijn gevoel niet te passen in de academische wereld waarin hij zich nu beweegt. Het daaropvolgende gesprek bij mij aan tafel kwam op het weigeren van het coronavaccin en de gevolgen hiervan. Niet direct een gedroomd onderwerp voor een beginnend gespreksleider: zelden zorgde een onderwerp voor meer onbegrip en verdeeldheid. Door de regels van het gesprek te volgen kwamen we echter tot een gesprek waarin goed werd doorgevraagd en echt werd geluisterd. Door één enkele concrete ervaring te onderzoeken, bleven we weg van de ‘grote waarheden’ die zo vaak de gesprekken over corona beheersten. Achteraf beseften we dat we dit gedurende de hele crisis niet zo hadden meegemaakt en dat het ‘dit soort gesprekken’ zijn die we als personen en samenleving hebben gemist.

De opzet van het gesprek bewees drie keer haar waarde. Het publiek tijdens de bijeenkomsten was op het eerste gezicht niet heel divers: voornamelijk wit, opgeleid (of in opleiding) en werkzaam in de publieke sector. Toch bleken er telkens genoeg verschillen in zienswijze en ervaring aan tafel te zitten om tot mooie inzichten te komen. Genoeg ‘bubbels’. Door in de eerste fase van het gesprek de gebeurtenis en het bijbehorende gevoel scherp in beeld te brengen, neem je even de plek in van de ander. Je stapt een andere bubbel binnen en ziet van daaruit ineens ook de contouren van de bubbel die jij zojuist zelf verlaten hebt. Een bubbel waar je het bestaan vaak niet van kende. Het hierboven beschreven gesprek heeft geen bubbels doen knappen, maar het even mee-zweven in de bubbel van de weigeraar leverde voor de andere deelnemers, waaronder ikzelf, wel een breder begrip op. Een nieuw perspectief dat vanaf nu het denken nuanceert.

Water in de woestijn
Het wordt me steeds duidelijker dat mensen heel graag willen praten over echte zaken, maar dat ze hiervoor in het dagelijks leven zelden tijd of mogelijkheid vinden. Het steeds vaster zitten in bubbels heeft de behoefte aan het goede gesprek niet doen verdwijnen, in tegendeel zelfs: ik ervaar een grote behoefte hieraan bij mensen. Het voorzien in zo’n gesprek voelt als water uitdelen in de woestijn. Hier voel ik ook hoe groot de markt voor toegepast filosofen is. In de strijd tegen onbegrip en polarisatie hebben we met de socratische gespreksmethode een krachtig wapen in handen. Het leiden van een gesprek vraagt vooral om vertrouwen: in jezelf maar ook in de wil en bereidheid van mensen om hun veilige bubbels te verlaten. Even praten zonder losse meningen of oordelen is al voldoende voor mensen om verrijkt weer van tafel te gaan. De rest is mooi meegenomen.

Niels Witjes

Niels Witjes is masterstudent aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie.

Geef een reactie

Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Neem contact op met de redactie van Phronèsis Magazine
Heb je een goed idee, wil je met ons van gedachte wisselen of heb je een vraag? We horen graag van je.
Contact opnemen
paperclipcamera-videobookmagnifiercrossmenu
linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram