Ik ben een babyboomer. Thuis, bij mijn ouders aan tafel, voerden we geen discussies over uitstervende ijsberen. Toch ben ik in de loop van de jaren wel gaan voelen dat ik zelf iets moet bijdragen aan het behoud van de aarde. Ik heb besloten om vegetariër te worden en korter te douchen.
Ondanks al mijn goede bedoelingen bouw ik daarmee bij Bruce Gibney geen krediet op. In zijn boek A Generation of Sociopaths: How the Baby Boomers Betrayed America beschrijft hij met veel statistieken hoe schuldenbergen, verdwijnende diersoorten en smeltende ijskappen aan de babyboomers te wijten zijn. Hij laat zien dat wij, babyboomers, echte sociopaten zijn en kampen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Daardoor hebben wij geen enkel schuldbesef over de klimaatellende die we onze kinderen aandoen. Zo’n verwijt zit me niet lekker. Gibney mag dan een bekwaam statisticus en polemist zijn, voor helder filosofisch denken heeft hij minder talent. Voor de bestrijding van mijn sociopatische stoornis zoek ik mijn heil daarom in de filosofie.
We kunnen onmogelijk weten wat toekomstige generaties willen en wie zij zijn, zegt de Nijmeegse filosoof Wissenburg. Bovendien, als een generatie andere keuzes maakt, dan is volstrekt nog niet zeker dat de volgende generatie daarmee beter af is. Voor dit filosofische ‘nonidentity-probleem’ bestaat geen oplossing. Uiteraard hebben we wel een verantwoordelijkheid voor komende generaties en Wissenburg noemt drie denkstrategieën om het ‘nonidentity-probleem’ te omzeilen. De eerste is om te streven naar gelijkheid tussen álle generaties. Volgens dit principe zouden we onze hulpbronnen gelijk moeten verdelen tussen de generaties. Dit leidt echter tot absurde conclusies: aangezien onze hulpbronnen eindig zijn en het aantal potentiële toekomstige individuen oneindig, betekent dit dat niemand ooit meer iets mag gebruiken van de aarde. De tweede denkstrategie is een discount rate per generatie. Hierbij zijn wij wel direct verantwoordelijk voor onze eigen kinderen maar nauwelijks voor generaties honderden jaren na ons. Als derde strategie draagt Wissenburg het principe van individuele verantwoordelijkheid aan. Aangezien voortplanting een keuze is, is het individu verantwoordelijk voor zijn nageslacht en niet het collectief. Volgens dit principe moet elke persoon eerst een bepaald welvaartsniveau voor zijn nageslacht kunnen garanderen, voordat zij of hij ervoor kiest om zich voort te planten. Oftewel: de voortplanter betaalt!
Ik heb geen kinderen. Ik denk dat ik Gibney eens ga bellen om te vragen of ik wat langer mag douchen.
Arend studeerde slavistiek aan de Universiteit van Amsterdam met als hoofdvak Russisch en als bijvak Tjechisch. Hij studeerde een jaar Russisch aan de universiteit van St. Petersburg en heeft o.a. onderwijsprojecten begeleid in Bulgarije.